Gisteren was mijn baby nog echt een baby. Vandaag is hij al bijna een heuse man. En mag ik even zeggen dat ik dat moeilijk vind. Dat ik soms wou dat mijn baby nog even baby was. Dat ik hem nog eens heerlijk kon knuffelen. Dat hij nog zo klein was dat hij nog in mijn armen zou passen. Hij past er nog steeds in, alleen niet meer mijn zijn hele lijf.
En oh, wat mis ik dat soms. Wat knuffelden mijn jongens graag toen ze klein waren. Urenlang lagen ze in mijn armen. Maar meer en meer maakt die knuffeltijd plaats voor andere dingen. Schoolwerk, vriendjes, vriendinnetjes, sport. Ze hebben het druk, die mannen van me. En als ik eerlijk ben, heb ik het zelf soms ook veel te druk. Dan zou ik zo graag de tijd even stopzetten en teruggaan naar toen. Toen mijn babies nog baby waren. Toen niets moest. En ik heerlijk kon genieten van knuffels met hen. Toen ze nog niet zo wereldwijs waren en nog vonden dat mama en papa hun helden waren. Toen ze nog niet zo bijdehands waren en zoveel al zelf wisten. Ze ons echt nog nodig hadden. Maar dat doen ze minder en minder. Want ze kunnen al zoveel zelf nu ze aan het opgroeien zijn.
Meer en meer worden ze zichzelf, ontstaat hun eigen wereld die ze grotendeels zelf maken. Leggen ze de basis voor de mannen die ze snel zullen worden. En ook al wou ik zo graag dat ze nog even mijn babies zijn, wat ben ik fier op mijn jongens. Wat doen ze dat goed, dat groot worden.
Nu moet mama alleen nog even leren dat ook goed te doen, haar jongens groot zien worden. Want hoe fier ik ook op ze ben, moeilijk vind ik het nog steeds. En de tijd, die zou ik echt heel graag even stoppen.